Gambia is een smal land dat langs de rivier de Gambia in west Afrika ligt. Het land is gemiddeld zo’n 35 kilometer breed en 320 kilometer lang, zeer klein dus. Gambia grenst aan Senegal en de Atlantische Oceaan. Gambia is een vlak land bekend om haar witte stranden en oranje-rode landschap.
Gambia heeft een tropisch savanneklimaat. Gedurende het hele jaar is het overdag rond de 31 en 38 graden, langs de kust kan het wel iets koeler zijn. Rond de nacht koelt het af naar zo’n 23 graden waarna het binnen enkele uren weer snel naar boven de dertig graden word. Vanaf oktober tot begin juni is het erg droog in Gambia, maar vanaf de 2e week van juni begint het regen seizoen waarin het zal regenen voor het grootste deel van de dag.
Veel bezienswaardigheden of een rijke geschiedenis heeft Gambia niet. Maar je kunt wel op safari gaan door de mangrove van Gambia, of de Gambiaanse keuken leren kennen. Rijst, kip en vis gerechten worden op open vuur klaargemaakt. Ook is Gambia rijk aan nationale parken die het bezoeken waard zijn, in de parken leven verschillende soorten apen, slangen, antilopen en wrattenzwijnen. Krokodillen zijn ook vaak goed te bekijken in de parken.
De Gambiase bevolking bestaat uit verschillende volken zoals in de meeste Afrikaanse landen. Elk volk heeft hun eigen cultuur, taal en gebruiken. De Gambianen zijn gastvriendelijk en ontspannen, veel zaken laten ze tot morgen wachten om nog even wat langer van de zon te genieten. De Gamiase mensen vinden het belangrijk om elkaar uitgebreid te begroeten, uitgebreid handenschudden en flink doorvragen naar hoe het leven staat is dus ook heel gewoon. Doordat het meeste van de Gambiase bevolking Islamistisch is, is het heel gewoon dat een man meerdere vrouwen heeft waardoor bijna iedereen wel elkaar kent of familie van elkaar is.